Lisa Hinderks is medisch antropoloog en socioloog en houdt zich bezig met identiteitsvorming van dove en slechthorende jongeren. Ze is onderzoeker bij Kentalis en schrijft vanuit haar perspectief als ervaringsdeskundige blogs over onderwerpen die in de dovengemeenschap spelen.
Eva Westerhoff hoort niets, maar ziet veel, zoals ze zelf zegt. Ze is digitale inclusie- en toegankelijkheidsexpert én zet zich in om mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt aan het werk te helpen. Bij haar laatste werkgever Aegon was ze als kwartiermaker fulltime aan de slag met dat onderwerp.
Hoe zijn jullie betrokken geraakt als voorvechters van toegankelijkheid?
Eva: ‘Dat zit er al van jongs af aan in. Ik kan moeilijk tegen onrecht en wil problemen het liefst meteen aanpakken. Op de middelbare school zat ik in het bestuur van de leerlingenraad en tijdens mijn studie was ik bestuurslid van een jongerenorganisatie voor slechthorenden. Toen ik na mijn studie als marketing-communicatieadviseur aan de slag ging werd ik verantwoordelijk voor het ontwikkelen van een nieuwe website. Daar vond ik verdieping door te kijken naar de toegankelijkheid van de site en zo ontstond mijn interesse in digitale inclusie en toegankelijkheid.’
De Nederlandse Gebarentaal (NGT) is in 2020 officieel erkend als volwaardige taal in Nederland. Wat betekent deze erkenning voor de gebruikers ervan?
Eva: ‘Om te beginnen is het erkenning. Vaak worden dove gebarentaaligen niet serieus genomen, mensen denken vaak dat ze een beetje dom zijn. Nu de NGT wettelijk erkend wordt hoop ik dat dat verandert.”
Lisa: ‘Op dit moment verandert het nog niet zoveel want de wet is pas net (1 juli 2021) in werking getreden en er moet nog veel duidelijk worden over de gevolgen van deze wet. Daar gaat een adviescommissie mee aan de slag. Maar voor ons is het vooral ook het gevoel dat we nog niet gehoord, gezien of erkend worden. We willen erbij horen.’
Wat is de behoefte van de dovengemeenschap op het gebied van digitale toegankelijkheid?
Eva: ‘Allereerst is het belangrijk om te beseffen dat er heel veel verschillende soorten doven zijn. Je hebt doven die tweetalig (NGT en Nederlands) zijn maar ook een hele grote groep doven die laaggeletterd of functioneel analfabeet zijn. Ondertiteling of een tolk inzetten is dan niet altijd voldoende. Ook heb je net als de verschillende taalniveaus in het Nederlands, niveaus in NGT. Er moet beter gekeken naar de manier waarop de Nederlandse vertaling voor NGT gemaakt wordt. De vertaling naar Nederlandse gebarentaal is vaak op te hoog niveau. De groep doven die laaggeletterd zijn hebben ook een laag niveau van de Nederlandse gebarentaal nodig. Er is hier nog weinig aandacht voor.’
Lisa: ‘Er moet nog zo veel gebeuren. Ik merk voor mezelf dat heel veel filmpjes, podcasts, etc niet toegankelijk zijn. En dat is toch wel erg frustrerend. Ik ben heel erg geïnteresseerd in politiek, daar zou ik bijvoorbeeld graag vlogs over volgen maar dat kan vaak niet. Podcast kunnen toegankelijk worden gemaakt door er een transcript bij te zetten, of het door een tolk te laten vertalen. Door een tolk is een prettigere oplossing omdat je bij een transcript niet de intonatie en de toon van het gesprek meekrijgt. Een tolk kan dat meenemen.’
Wat is jullie wens voor de toekomst?
Eva: ‘Ik hoop dat meer mensen zich bewust gaan worden van het feit dat er heel veel mensen zijn met een beperking en dat die toegevoegde waarde hebben. Door je website en producten (digitaal) toegankelijk te maken kun je als bedrijf meer geld verdienen omdat je meer klanten bereikt. Ook veel mensen zonder een beperking hebben baat bij oplossingen voor toegankelijkheid. Ik zie hier ook een grote rol voor de overheid. Die heeft een voorbeeldfunctie. In de campagnes die ze maken en ook in de media. Er is weinig diversiteit op tv, weinig mensen met een beperking, doof, blind, in een rolstoel. Of het zijn steeds dezelfde mensen die te zien zijn.’
Lisa: ’Alles toegankelijk! Ik zou het mooi vinden als de basis toegankelijkheid is en het niet op het laatste moment nog even ergens toegevoegd en afgevinkt moet worden. Dat voelt een beetje alsof we een vergeten groep zijn. Het uitgangspunt moet zijn: voor iedereen.’